Veelgestelde vragen

Er hangen momenteel 21 gele affiches op, verdeeld over verschillende locaties in de vier gemeenten Kortenberg, Machelen, Steenokkerzeel en Zaventem. Deze zijn steeds gericht naar het publieke domein.

MER staat voor milieueffectenrapport. Het is een rapport waarin bestudeerd wordt wat de wisselwerking is tussen een project en zijn omgeving. In het MER worden de effecten van het project op de omgeving bestudeerd en kunnen aanbevelingen gedaan worden. Een MER wordt altijd opgemaakt door onafhankelijke studiebureaus. De deskundigen die een MER uitwerken zijn erkend door de Vlaamse overheid. 
 

Op Parking 4 bevindt zich een historische verontreiniging. Het gaat om twee typen verontreinigingen: Chroom-6 en Trichloor. Momenteel loopt er een saneringsprocedure. 

Binnen het Hub 3.0-project is de waterhuishouding ter hoogte van parking P4 – waar zich die historische grondwaterverontreiniging bevindt – dan ook een belangrijk aandachtspunt. De geplande bijkomende infiltratie zal de sanering ten goede komen aangezien de infiltratie enige verontreiniging uit de bovenste grondlagen kan mobiliseren. Hierdoor kan de sanering effectiever verlopen.  

Het studiegebied voor de discipline Mens-Mobiliteit omvat het project en de aangrenzende wegen en kruispunten binnen de ruime omgeving van het project en werd bepaald op basis van de te verwachten effecten van de ontwikkeling van HUB 3.0. Het gebied omvat oa. de landzijde van de luchthavensite alsook de aansluitingen van de A201 op het verkeerscomplex E40 Brusselse Ring/ A201 en een deel van de E40 zelf. De impact werd beoordeeld in het MER. 

Daarnaast zal er in het kader van de realisatie van HUB 3.0 bijzondere aandacht gaan naar Minder Hinder-maatregelen zodat de luchthaven bereikbaar blijft. De aannemer zal een Minder Hinder-plan opmaken. Dit plan heeft o.m. als doel de bereikbaarheid tijdens de bouwfase te garanderen en de impact op het verkeer te minimaliseren.  

Er wordt ook nauw samengewerkt met De Werkvennootschap, dat de coördinatie en uitvoering van de omliggende infrastructuurprojecten op zich neemt.

De locatie waar zal gewerkt worden voor Hub 3.0, heeft geen PFAS-problematiek. Er zal door de werken aan Hub 3.0 dus geen invloed zijn op de PFAS-verontreiniging. 

We verwachten tegen 2032 een marktconforme groei van ons aantal passagiers tot 32 miljoen per jaar. Daarvoor moet de airside-infrastructuur niet aangepast worden. We kunnen dit aantal passagiers afhandelen met de bestaande airside-infrastructuur. We zullen geen aanpassingen moeten doen aan start- en landingsbanen en ook niet aan taxiwegen, er komen geen verlengingen of uitbreidingen. 

 Dat is zo opgenomen in onze uitbatingsvergunning.  

We plaatsen geen fontein in het park. In het park zijn er infiltratievoorzieningen voorzien. Het doel is om het water zoveel mogelijk te laten infiltreren, niet dat het water blijft stilstaan. Bijgevolg is een fontein niet mee opgenomen in het project. Op een luchthaven worden spiegelende oppervlakken trouwens vermeden vanwege het risico op verblindingsgevaar voor de piloten. 

Ja, we voorzien een voetpad aan beide zijden van de boulevard. Het fietspad leggen we aan aan één zijde van de boulevard, fietsverkeer is daarop mogelijk in de twee richtingen. 

Er zijn in de buurt van de luchthaven een aantal hotels maar er is slechts één hotel naast de terminal. Er is meer vraag naar hotelovernachtingen dichtbij de terminal, bijvoorbeeld voor wie een vroege vlucht heeft, een geannuleerde vlucht, voor luchthavenpersoneel of voor gebruikers van onze evenementenhal Skyhall. 

De uitbater van het hotel is nog niet gekend, deze moet in een latere fase nog geselecteerd worden. 

De bouwwerken zullen zo’n vijf jaar duren en gezien de omvang van het project zal er tijdens de bouwfase tijdelijk een groot aantal jobs gecreëerd worden. Daarnaast zullen er op de lange termijn meer dan 300 jobs bijkomen op de luchthaven, bijv. om het hotel uit te baten en te onderhouden. 

In de terminal zelf is er geen binnentuin voorzien, maar we voorzien veel planten in Hub 3.0, onder meer door de aanleg van plantvakken in de publieke ruimte en in de open gedeeltes van de intermodale hub. Het hotel en kantoor worden beiden gebouwd rond een atrium, en in dat atrium voorzien we telkens een binnentuin. 

Zonnepanelen zijn een essentieel onderdeel van een duurzaam project om te zorgen voor de nodige lokaal geproduceerde groene energie. Zowel op het dak van het hotel, van het kantoor en van de terminal worden zonnepanelen geplaatst. Er is uitgebreid onderzoek gedaan in afstemming met skeyes, om de juiste hellingshoek en positie te bepalen voor de zonnepanelen, om verblinding van piloten te voorkomen. 

Binnen Hub 3.0 worden de ruimtes fossielvrij verwarmd met behulp van warmtepompen en een BEO-veld. 

Brussels Airport Company heeft een net-zero-carbon-ambitie tegen 2030. Dat betekent dat de luchthavenuitbater voor zijn eigen activiteiten geen CO2 meer wil produceren. We hebben een strategie en een investeringsplan om het gebruik van aardgas af te bouwen. Momenteel hebben we nog twee grote gasgestookte installaties waarmee we enerzijds de terminal en de kantoren verwarmen en anderzijds de cargogebouwen. 
 
Het eerste grote project dat zal gerealiseerd worden is het vervangen van onze bestaande centrale stookinstallatie. Die zal vervangen worden door een volledig nieuwe installatie op warmtepompen. 
 
Voor de installatie in de cargozone loopt momenteel een technische studie om te bekijken wat daar de beste aanpak is. 

Voor de luifel (‘de wolk’) zijn de deskundigen tot een ontwerp gekomen dat ervoor zorgt dat deze ook beschutting biedt tegen de regen. 

De huidige terminal blijft bestaan, naast de uitbreiding. Tijdens de werken blijft de huidige terminal ook volledig operationeel. In de bestaande terminals kunnen steeds kleine opfrissingen gebeuren wanneer nodig, ook het horeca- en winkelaanbod evolueert, maar dat is niet meegenomen binnen dit project. 

Het gaat om een investering van 500 miljoen euro, gefinancierd door Brussels Airport Company als privébedrijf. De luchthaventram wordt gefinancierd en gerealiseerd door de Vlaamse overheid.  

Vandaag maken elke dag 100.000 mensen gebruik van het openbaar vervoer van of naar de luchthaven, zowel passagiers, personeel als pendelaars.  

40% van het vervoer van en naar de luchthaven (passagiers en personeel) gebeurt nu met alternatief, duurzaam transport (alles wat niet de eigen auto of een huurwagen is). Het streefdoel van Brussels Airport is om tegen 2040 50% alternatief transport te bereiken. Als tussentijdse doelstelling wordt tegen 2032 een modal split van 45% duurzaam transport versus 55% met de eigen auto (of huurwagen) vooropgesteld. 

In de nieuwe intermodale hub wordt een grote bijkomende fietsenstalling voorzien, zowel voor de gebruikers van het kantoor en het hotel, als voor reizigers. Deze zal bereikbaar zijn via een fietslift vanuit de groene boulevard.

Een verhuurpunt is momenteel niet voorzien in dit project. We hebben sinds kort wel het deelfietssysteem Blue Bike op Brussels Airport, voor het luchthavenpersoneel. 

De nieuwe drop-off komt op het niveau van de vertrekhal, achter het Sheraton-hotel, op de plaats waar vandaag een parking is. De nieuwe drop-off krijgt zijn eigen toegang zodat drop-off-verkeer afgescheiden wordt van het andere verkeer. Vanuit die drop-off kunnen de passagiers te voet meteen naar de terminal. 
 
De drop-off maakt dus geen direct deel uit van de intermodale hub. De passagiers die via de drop-off naar de terminal wandelen, zullen de ingangen aan de bestaande vertrekhal gebruiken. De passagiers die in de toekomst aankomen met het openbaar vervoer zullen dat doen in de nieuwe intermodale hub en zo gebruikmaken van de terminaluitbreiding.  

De werken voor de nieuwe drop-off zijn deze maand (september 2025) gestart. De bedoeling is om de nieuwe drop-off in dienst te nemen ten laatste begin oktober 2026.

Er zijn verschillende mogelijkheden om iemand op te halen op de luchthaven. Er komt een taxizone vlak bij de terminal, er zijn parkings waar je de auto even kwijt kan om iemand op te halen en uiteraard kan je ook met de bus, tram of trein mensen ophalen. De drop-off-zone is enkel bedoeld om iemand weg te brengen en snel afscheid te nemen. Je kan er niet wachten op een passagier. 

Mobiliteit is een discipline die uitvoerig is onderzocht in het milieueffectenrapport en daaruit blijkt dat er geen groot negatief effect te verwachten is. Dat komt enerzijds door de afscheiding van het verkeer dat naar de drop-off rijdt en anderzijds doordat een van de belangrijkste onderdelen van Hub 3.0 de intermodale hub is. Door de bundeling van vervoersmiddelen onder één dak, door de verbetering van het aanbod en van de ervaring in die intermodale hub willen we onze passagiers en medewerkers nog meer motiveren om het openbaar vervoer of de fiets te nemen. 

We hebben een duidelijk objectief dat we willen behalen voor de modale split. We zitten nu ongeveer aan 40% van de passagiers en medewerkers die met het openbaar vervoer of de fiets naar de luchthaven komen, maar we willen dit in 2032 naar 45% brengen en tegen 2040 is ons doel om een 50/50 modale split te bekomen.  

Er zullen een aantal parkeerplaatsen verdwijnen om ruimte te maken voor de nieuwe drop-off, maar dat gaat om een relatief klein aantal. Het gaat om 209 parkeerplaatsen op meer dan 17.000 parkeerplaatsen in totaal voor passagiers en personeel. Daarnaast worden huurauto’s in de toekomst ondergebracht in de parkeertoren P30, waardoor er meer ruimte komt in de parkings P1, P2 en P3 en zijn er ook overflowparkings die we kunnen openstellen voor passagiers op piekdagen. 

Met de nieuwe intermodale hub willen we de modal shift verder stimuleren door het nog makkelijker te maken om met het openbaar vervoer van en naar de luchthaven te reizen. De intermodale hub zal dus ook een deel van de oplossing voor de parkeernoden zijn. De luchthaven wordt nog makkelijker bereikbaar met bus of trein en over een aantal jaar komt daar de luchthaventram bij. 
Uit de studies van het milieueffectenrapport blijkt ook dat er genoeg parkeerplaatsen voorzien zijn voor het project. 

Er wordt een parking voorzien voor het hotel. Verder ligt de focus op de intermodale hub en willen we zoveel mogelijk stimuleren om met het openbaar vervoer naar de luchthaven te komen. Er zijn geen andere bijkomende parkings voorzien.  

Los van dit project opent binnenkort wel een nieuw parkeergebouw voor huurwagens en luchthavenpersoneel (Parking 30).  

Brussels Airport streeft reeds lang naar rechtstreekse hogesnelheidstreinverbindingen tussen de luchthaven en de HST-knooppunten in onze buurlanden. Ook de Belgische regering streeft deze doelstelling na en heeft ze ingeschreven in het federale regeerakkoord. Uiteindelijk ligt de beslissing bij de overheid en bij de spoorwegbedrijven, maar het is in elk geval iets dat Brussels Airport actief blijft nastreven. 

Brussels Airport Company heeft een zeer uitgebreid en flexibel mobiliteitsbudget dat onze werknemers naar hun voorkeuren kunnen inzetten en dat werknemers motiveert om zich niet met de wagen naar het werk te begeven.  
Wat betreft de passagiers zal het versterken van het aanbod en het verbeteren van de ervaring door de intermodale hub een belangrijke motivatie zijn om voor het openbaar vervoer te kiezen. 

Brussels Airport heeft een strategisch mobiliteitsplan - dat ontwikkeld en ontworpen is om tegemoet te komen aan de mobiliteitsbehoeften van passagiers, werknemers en bedrijven op Brussels Airport en haar onmiddellijke omgeving - om de modal shift-doelstellingen te bereiken. Meer over het Sustainable Airport Mobility Plan vind je hier. 

Ook wij kijken vol ongeduld uit naar dit project dat tegen eind 2030  gerealiseerd zou zijn. De luchthaventram zal van en naar Brussel rijden. Het gaat om een verlenging van de tramlijn vanuit het NAVO-hoofdkwartier tot aan de luchthaven. Meer informatie vind je hier. 

De voorbereidende werken voor de luchthaventram op het domein van de luchthaven starten in 2027. De Werkvennootschap is in 2025 gestart met de constructie van het viaduct voor de tram en de fietssnelweg F201 boven de R0.

De bussen, treinen en de tram verbinden de luchthaven met verschillende regio's. De luchthaventram komt vanuit Brussel langs een route die nu minder goed bereikbaar is met het openbaar vervoer. De luchthaventram zal op een eigen bedding rijden, wat de verbinding nog beter maakt, en zal de huidige lijn 62 (MIVB) tussen Schuman en de luchthaven vervangen.  
 
Het is belangrijk om een ruim vervoersaanbod te hebben naar alle gewesten om een alternatief te kunnen bieden voor de wagen. 

We zijn ons bewust van dit probleem en we ijveren er als luchthaven ook voor om een uitgebreider aanbod te hebben in de vroege en late uren. Dat is niet enkel nodig voor de passagiers met een vroege vlucht, maar ook voor het luchthavenpersoneel met een vroege of late shift. 
We blijven in dialoog gaan met de vervoersmaatschappijen om ervoor te ijveren om meer openbaar vervoer naar de luchthaven te hebben in de vroege ochtendpiek. Door het delen van data en een nauwe samenwerking zijn we ervan overtuigd dat we het aanbod in de toekomst beter kunnen afstemmen op elkaar.

De Diabolo-infrastructuur wordt gefinancierd door een publiek-private samenwerking op federaal niveau. De luchthaven heeft hier dus zelf geen rol in, maar is ook voorstander van het afschaffen van de Diabolotoeslag. Het project zal geen impact hebben op de bestaande toeslag.  

De A201 is een korte, rechtstreekse verbinding van de R0 naar de luchthaven die het verkeer relatief vlot verwerkt. De capaciteit van de A201 blijft ook in de toekomst voldoende, gelet op de modal shift-doelstellingen. Een bijkomende toegangsweg strookt niet met onze duurzame mobiliteitsdoelstellingen. Samen met de verschillende partners bekijken we capaciteitsoptimalisaties en duidelijke signalisatie om de doorstroming verder te verbeteren. 

Het nieuwe knooppunt A201xR0 (SPI.R0) zal de doorstroming en veiligheid op de R0 en dus ook op de toegangswegen zoals de A201 verbeteren. Aanpassingen aan de rotonde met de N262 zorgen ook daar voor een vlottere afwikkeling.   

Afstandsparkeren voor passagiers is mogelijk op de discount-parkings in de cargo-zone waar er een rechtstreekse busverbinding beschikbaar is naar de terminal. We bekijken momenteel hoe we onze passagiers en werknemers beter kunnen informeren over het gebruik van P+R’s of andere parkings met een goede OV-verbinding naar de luchthaven zoals parkings aan treinstations met een rechtstreekse treinverbinding. Via regelmatig overleg met verschillende stakeholders onderzoeken we afstandsparkeren in combinatie met de Ringtrambus-verbinding en de toekomstige luchthaventram.  

Het verkeer voor de drop-off zone zal de huidige afslag naar Parking 1 volgen en dan afgesplitst worden via een nieuwe weg specifiek voor de drop-off zone. 

(NOTA: ‘Kunstwerken’ in de bouwkunde betekent grote constructies zoals een brug of tunnel.) 

Op de verschillende verdiepingen van de intermodale hub bouwen we mogelijkheden voor parking en op het gelijkvloers ook voor bussen. Om in die parking te geraken bouwen we een toegangsbrug naar de intermodale hub. Daarnaast bouwen we ook een nieuwe uitgang aan Parking 1, wat ook een grote constructie is. Ook het Noord-Zuidviaduct wordt lokaal aangepast, zodat dit aansluit op de nieuwe intermodale hub. Dit kunstwerk zorgt ervoor dat enkel bussen van het openbaar vervoer een gelijkvloerse kruising maken met de tram in de intermodale hub. Autoverkeer zal gebruik maken van het nieuwe kunstwerk om de bestaande en nieuwe parking te bereiken.

Dat voorstel maakte deel uit van onze vroegere strategische visie 2040 en het daarbij horende masterplan. Onze strategie is na de covidpandemie aangepast en dit voorstel maakt geen deel meer uit van de plannen. Een toekomstbestendige en vlotte connectie met de E40 blijft belangrijk om de bereikbaarheid van de luchthaven voor passagiers en werknemers te garanderen.

De luchthaven blijft volledig toegankelijk tijdens de hele periode van de werken. We voeren grondige studies uit om alle verkeers- en passagiersstromen te verplaatsen en de luchthaven operationeel te houden. We voorzien de nodige alternatieven zoals o.a. de aanleg van een tijdelijk busstation, het omleiden van de taxi's en aanpassingen aan het treinstation, om ervoor te zorgen dat alle vervoersmiddelen op de luchthaven volledig toegankelijk blijven. 

De voorbereidende werken die nu starten, zijn vergund via een afzonderlijke vergunningsaanvraag. Het gaat om de werken voor het tijdelijke busstation en de nieuwe drop-off. De voorbereidende werken die in 2026 zullen worden uitgevoerd maken wel deel uit van de vergunningsaanvraag van Hub 3.0, dan gaat het onder meer om afbraakwerken. Deze werken starten pas nadat er beslist is over de vergunning. 

Om verkeersoverlast te beperken, verplichten we de aannemer om zijn werfverkeer via de hoofdwegen te laten verlopen, om zo het verkeer weg te houden van kleinere wegen. Dit doen we door dit in het bestek op te nemen, dat is een samenvatting van alle vereisten waaraan de aannemer moet voldoen. Hierin worden ook alle andere werfmaatregelen en vereisten opgenomen. Hoewel er uit de studies van het milieueffectenrapport is gebleken dat er geen bijkomende verkeersoverlast verwacht wordt tijdens de bouwfase, zullen we de aannemer verplichten om een Minder Hinder-plan op te maken voor de werf, waarin hij o.m. zal aangeven wanneer er meerdere transporten verwacht worden en hoe hij deze zal organiseren, bijvoorbeeld buiten de piekuren. Zo zijn we goed op de hoogte in welke periodes er bijkomend verkeer kan verwacht worden en kunnen we dit opvolgen en bijsturen waar nodig. 

Je kan steeds gebruik maken van ons burenmeldpunt voor alle vragen en meldingen:

Maak een melding

De aannemer zal zich moeten houden aan de wettelijke voorschriften en aan specifieke voorschriften die Brussels Airport Company als opdrachtgever opneemt in een bestek, een lijst van vereisten waaraan de aannemer moet voldoen. Hierin worden de nodige maatregelen opgelegd, onder meer rond het veilig afschermen van de werf. 

De bouwwerf bevindt zich in het hart van de luchthaven, voor de luchthaventerminal en dus niet nabij de omwonenden. Ook voor de veiligheid van de passagiers en het personeel is het belangrijk dat de bouwplaats altijd veilig afgesloten is. Hierop zullen de nodige controles gebeuren.